1. Basisregels
les dramatische vorming - schimmenspel © Walter Roozendaal - www.muzemuzette.com - klik hier voor meer informatie
De twee belangrijkste basisregels noem ik:
- van opzij of van voren,
- dichtbij en veraf.
Van opzij of van voren
Bij het herkennen van schaduwen is het onderscheid "en profil" of "en face" belangrijk. Dat wil zeggen: of je iemand recht van voren ziet, of precies van opzij.
Als kinderen zelf schimmen zijn, hebben ze de neiging om met hun gezicht naar het schimmendoek te gaan staan, zodat ze hun eigen schaduw kunnen zien.
Maar juist van opzij zie je zoveel herkenbare dingen in het schaduwbeeld! De vorm van het gezicht, bril of baard. Of de mond, die open en dicht gaat.
Uitproberen
- Laat de kinderen elkaars schaduw op een witte muur projecteren. Laat ze ronddraaien en bepalen wat ze het meest herkenbaar vinden: recht van voren of van opzij.
- Laat de kinderen een mooie houding bedenken voor in een toneelstuk.
- Bepaal ook de stand van armen en handen. Wanneer zijn ze goed zichtbaar? Wanneer niet?
- Teken de schaduw op ware grootte op een stuk behangrol. Maak zo een tentoonstelling van de hele klas.
- Experimenteer eventueel ook met attributen als brillen, snorren, baarden, hoedjes, hamer, schop, mes‑en‑vork, Barbiepop, baljurk, zwaard, teddybeer, kroon, enz.
- Op een zonnige dag het schoolplein opgaan en elkaars schaduwen op de tegels bekijken kan ook!
Dichtbij en veraf
Hoe dichter je bij de muur (en later: het scherm) bent, hoe kleiner en scherper de schaduw wordt. Verder weg wordt de schaduw groter, maar ook minder scherp.
Uitproberen
- Verplaats de schim, die de schaduw geeft ten opzichte van de muur.
- Beweeg de lichtbron: naar achteren en naar voren, naar links en naar rechts, naar boven en naar beneden.
- Bedenk toepassingen hiervoor. Bijvoorbeeld:
- ook stilstaande dingen kunnen gaan bewegen;
- dreigend of minder dreigend;
- iets groots kan je achter iets kleins verstoppen;
- de man met zes armen...
- de wonderkist, waar steeds iets uitkomt (variatie op de welbekende operatie).