Minigids: Wie Wat Waar en meer

dramatische vorming - creatief spel - afspraakspelen © Walter Roozendaal - www.muzemuzette.com - klik hier voor meer informatie

Download hier deze minigids

Of het nu gaat over Shakespeare of een afspreekspelletje in de klas: van elk toneelstukje kan je zeggen:

  • op het toneel, op een plek (WAAR)
  • ontmoeten rollen elkaar (WIE)
  • en dan speelt zich een verhaaltje af (WAT)

Wie wat waar en meer 1Zo eenvoudig is dat. Lijkt dat. En is het eigenlijk ook, al is daar natuurlijk nog veel meer over te zeggen.
Dit is een minigids dramaturgie voor kinderen en hun leerkrachten.

Veel collega's en handboeken gebruiken Wie-Wat-Waar-Wanneer-Waarom als basis. Ik heb daar nooit goed mee uit de voeten gekund. Ik had het gevoel, dat een paar essentiële elementen niet helder genoeg naar voren komen. Met name twee, die de kwaliteit bevorderen: het spelen van karaktertrekken en het besef dat er aan de basis van elke toneelspel een dramatisch conflict nodig is.

Ik gebruik daarom een variatie op het Wie-Wat-Waar-schema.
Ik leg dat uit in Hoofdstuk 1: Schema van een toneelstukje. Ik licht alle onderdelen daar uitgebreid toe.
In de hoofdstukken daarna geef ik informatie en lessuggesties bij de onderdelen van dat schema.

Het schema is een handreiking aan collega's om zelf spelopdrachten mee te ontwerpen.
Vanaf een jaar of 10 kunnen kinderen het zelf gebruiken om kwaliteit aan hun toneelspel te geven.

De methode 'Moet Je Doen, Drama' geeft voor kinderen rond die leeftijd uitstekende lessen waar ze een rol mee leren spelen, inclusief  karaktertrekken. Jammer is alleen, dat zowel de leerkrachten als de kinderen net niet genoeg informatie krijgen om te beseffen dat ze nu iets leren wat ze altijd  moeten toepassen wanneer ze toneelspelen, zodat die kwaliteit een blijvend onderdeel van de dramales wordt.
Iets soortgelijks speelt voor het dramatisch conflict: dat wordt in groep 8 wel benoemd, maar dat vind ik rijkelijk laat.
Ik heb de informatie in deze minigids o.a. gebruikt om schoolteams te ondersteunen om de methode echt tot bloei te laten komen, door met name deze twee aspecten te verhelderen. Met deze kennis gewapend kunnen leerkrachten èn kinderen echt kwaliteit geven aan hun toneelspel --- of ze nu wel of niet een methode gebruiken.