Artikel: Verlegenheid

lesgeven dramatische vorming © Walter Roozendaal - www.muzemuzette.com - klik hier voor meer informatie

Dat ene kind, dat zich terugtrekt in zichzelf en niet tot spelen komt, zit in misschien wel elke klas.
Hoe geef je dat kind vertrouwen, dat het kan gaan spelen?
En gelden misschien dezelfde dingen voor het kind dat over de vloer gaat dweilen of door het dolle heen raakt?

Hieronder suggesties:

Vertrouwen dat het kind de opdracht aankan:

  • Is de opdracht voldoende gestructureerd/gesloten om die veiligheid te bieden?
  • Is er iets vooraf geoefend of gedemonstreerd, zodat er eigenlijk geen technische drempel meer is?

Vertrouwen door de sfeer in de klas/subgroepjes:

  • Zet het kind naast een vriend/vriendin.
  • Geef een subgroepje even extra begeleiding, zodat het kind meer houvast heeft aan zijn/haar rol.
  • Laat in zijn algemeenheid alleen positief commentaar geven: wie kan zeggen wat deze groep goed deed?
  • Wees streng wanneer er opmerkingen op de rand van pesten of in de concurrentiesfeer gemaakt worden: dat soort dingen zeggen wij hier niet.
  • Zou een opdracht zó in elkaar kunnen zitten, dat er niks fout gedaan kan worden en alles eigenlijk goed/goed genoeg is?
  • Doe in de warming-up/inleiding spelletjes, die spontaniteit bevorderen.
  • Zoek spelvormen waarin kinderen met meer tegelijk hetzelfde doen, zodat ze elkaar steunen.
  • Kan een kind ook een andere rol hebben, bijvoorbeeld assistent-regisseur (mag “freeze” roepen in een tableau-les bijvoorbeeld)?
  • Kijk ook eens naar het stuk over spontaniteit.

Sommige kinderen kiezen voor eerst wat teruggetrokken waarnemen vóór ze actief mee willen doen --- dat is een zijnswijze die ook positieve kanten heeft, al wordt deze op dit moment maatschappelijk niet echt gewaardeerd. Kan je onderscheid maken tussen bijna onzichtbaar meegenieten en angstig in je schulp kruipen?

?? '...o, maar dan hoef je niet mee te doen hoor...'  ??

Ai, dat hoor ik sommige collega's net iets te vaak zeggen.
Doe je dat bij andere vakken ook? Wanneer een kind er moeite mee heeft zeggen dat het aan dat vak niet mee hoeft te doen?
Dus dat het 't niet hoeft te leren? Dus alleen maar de achterstand vergroot en onvermogen bevestigt?

Waar komt dit toch vandaan, dat dramatische vorming zo kwetsbaar en bedreigend is, zodat je, wanneer je verlegen bent, niet mee hoeft te doen!
Dan vrees ik dat er echt iets mis is met de manier waarop het vak gegeven wordt...

Wanneer we het hebben over onderwijskundige uitgangspunten hebben we het vaak over adaptief werken. Waarmee bedoeld wordt, dat kinderen op hun eigen niveau mogen insteken, en we ze vanuit hun interesse en betrokkenheid uitdagen om een stap te zetten naar de naastliggende zone van ontwikkeling.
Niet mee hoeven doen is dan natuurlijk de allerslechtste oplossing!

Wees als leerkracht dus niet hulpeloos in het vinden van voor alle kinderen haalbare lessen. En ze te motiveren met interessante invalshoeken.

En natuurlijk weet ik dat ook voor dramatische vorming geldt dat veiligheid een voorwaarde is --- net als voor alle creatieve vakken, en net als voor alle momenten dat kinderen in een groep functioneren, dus eigenlijk altijd in je klas.
Dramales wordt dus niet veilig zolang het so-wie-so in jouw klas niet veilig is. Dat vraagt om actieve alertheid op veel andere momenten. Zelfs in de pauze (of misschien: juist dan ook).
Altijd wanneer ik als gastdocent in een klas een dramales geef, weet ik binnen enkele minuten hoe veilig een klas is. Glashelder.
Tegelijkertijd weet ik ook, dat juist diezelfde dramalessen een prachtig middel zijn om, samen spelend, veiligheid en creativiteit bevorderend gedrag te ontwikkelen.

Zolang ik me dat ook ernstig voorneem.

En: lees ook het volgende artikel over spontaniteit - je zou kunnen zeggen: de tegenhanger van verlegenheid.