10.2. Voorbeeld van notatie van mise-en-scène

© Walter Roozendaal - www.muzemuzette.com - en Janine Slijkhuis - www.janineslijkhuis.nl - klik hier voor meer informatie

Hieronder staat een bladzijde uit een regieboek, met de openingsscène van My fair lady.
De tekeningetjes zijn gemaakt vanuit het gezichtspunt van de regie.

  • De scène speelt zich af bij het uitgaan van de schouwburg. Keurig moederskindje Freddy (F) probeert voor zijn adellijke moeder (M) en zichzelf een taxi te krijgen, maar botst tegen Eliza (E), het bloemenmeisje, op. Zij valt, haar bloemen rollen over de grond. We weten nog niet dat Freddy later verliefd zal worden op Eliza.
  • F loopt op de eerste tekening naar links (daar zijn kennelijk de taxi’s), kijkt om naar M en botst tegen E die naar voren valt. F loopt om haar heen om haar overeind te helpen.
  • In de tekst van E begint M naar hen toe te lopen (1), om F tot de orde te roepen. M blijft iets schuin achter F staan, zodat F meer moeite moet doen om tussen E en M heen en weer te kijken.
  • Met dat heen en weer kijken is iets bijzonders aan de hand: F kijkt niet naar de een, zegt dan wat, en kijkt vervolgens naar de ander. Een veel natuurlijkere beweging is, dat je hoofd een paar keer snel heen en weer beweegt: F heeft zijn aandacht bij E, maar M begint tegen hem te praten, beiden trekken zijn aandacht! Daarom staat er bij F een pijltje met 2 wijzende uiteinden (2).
  • Dat moment van heen en weer getrokken worden in aandacht tussen E en M komt voor F drie maal achter elkaar voor! Daarna loopt hij af (3), terwijl tegelijkertijd kolonel Pickering (P) opkomt (4). P moet tussen en om de omstanders heen (niet aangegeven op de tekeningen) en loopt naar links om ook een taxi te vinden.
  • E kijkt om naar M, en loopt pas na haar eerste zin naar M toe (5). Door pas op dat moment de loop in te zetten kan ze haar tekst kracht bijzetten.
  • M loopt ook niet meteen op haar eerste tekst weg. Op die manier kan ze in de eerste zin als het ware kracht verzamelen voor ze, eigenlijk E straal negerend, voor haar langs wegloopt (6).
  • Ten slotte reageert E op het roepen van P (7). Ze komt iets achter P te staan, zodat ze als het ware om een hoekje kan bedelen, èn als hoofdpersoon helder zichtbaar blijft. P moet zich vrij ver omdraaien om haar te zien, moet net als F eerder zijn aandacht tussen twee punten verdelen, maar draait zich aan het eind van zijn tekst weer terug omdat hij toch eigenlijk een taxi zocht.
My fair lady

Gebogen lijnen

Verder is interessant, dat alle lijnen die mensen over het toneel lopen in dit voorbeeld niet recht zijn, maar gebogen. Wanneer een loop emotioneel geladen is, zal deze nooit kaarsrecht op zijn doel zijn (behalve wanneer je in opperste woede naar voren schiet): je nadert het punt waar je je op richt bijna altijd een heel klein beetje scheef. Daar aandacht voor hebben vraagt om de scherpe blik van een regisseur èn van de regieassistent die de mise-en-scène noteert.

Ik licht dat graag toe aan de hand van het voorbeeld waar ik dit hoofdstuk mee opende: een speler komt op van links voor, loopt naar de keukenla en haalt er een mes uit.
Stel dat de keukenla rechts opzij aan de overkant van het toneel is. Dat geeft een grote afstand (de hele breedte van de toneelopening), waardoor je met zo’n loop veel kunt uitdrukken. Het is verleidelijk om dan in een kaarsrechte lijn over te steken.
Ik koppel die loop nu aan de drie aspecten van mise-en-scène die ik hiervoor noemde:

  • Regeling van het verkeer: er is niets emotioneels aan de hand, er is gewoon een mes nodig en verder niets. De loop zal dan inderdaad een rechte lijn zijn.
  • Betekenisvol beeld: iemand is iets slechts van plan, en steekt stiekem met een gemene hoge rug en een vals naar voren gestoken hoofd het toneel over. Halverwege stopt hij een paar keer om waakzaam om zich heen te kijken. Wanneer je de spelers helemaal vooraan het toneel in tegenlicht langs laat lopen, krijg je een prachtig soort schimmenspel-silhouet. In een soort mime-achtige stilering van de scène kan de lijn over het toneel nog steeds recht zijn.
  • Emotionele uitbeelding: de speler zal een moord gaan plegen maar vindt dat vreselijk. De loop wordt aarzelender naarmate hij de la dichter nadert. Hij kan de la ook niet rechtstreeks en zakelijk naderen, hij draait ook een beetje schuin ten opzichte van die la. Met als bijkomend voordeel dat zijn gezichtsuitdrukking zichtbaar blijft voor het publiek.
Mes uit de la